Kasteel Amerongen ontvangt zeldzaam 111-delig servies van Loosdrechts porselein (circa 1780)

Kasteel Amerongen heeft een omvangrijk 18e -eeuws servies verkregen, dat is vervaardigd in de porseleinfabriek van Oud-Loosdrecht (1774-1782). Het betreft een schenking uit particulier bezit. Het servies bestaat uit onder meer 45 platte en 23 diepe borden, schalen en schotels (waarvan de grootste met een diameter van 45 cm), een mand, terrines en 8 crème potjes. Deze kleine dekselpotjes, die bij hun ontstaan pot à jus genoemd werden, waren van oorsprong bedoeld om bij de hoofdgang te gebruiken, er werd warme jus of bouillon in geserveerd, vandaar de deksel, zo bleef de inhoud warm. Later kregen ze een andere bestemming, n.l. om een dessert in te serveren. Welk dessert was afhankelijk van het land; in Engeland serveerde men er custard in, in Frankrijk crème Anglaise, in Denemarken “iis” (ijs), in Sweden gelatine pudding. De algemene Nederlandse naam is crème potje maar men gebruikte ze hier ook voor confiture aan de ontbijttafel. Ze zijn klein van formaat maar een 18e -eeuws diner bestond ook uit zeer vele gangen, een klein hapje was dus voldoende. Alle serviesdelen zijn gedecoreerd met goud, geschilderde bladslingers, roze rozen en viooltjes. 

Manufactuur Oud-Loosdrecht

In 1774 kocht dominee Johannes de Mol op een veiling in het Muiderslot ‘eenige goederen tot het maken van porceleijn’. De goederen waren afkomstig uit Weesp, waar onder leiding van Graaf van Gronsveld-Diepenbroick-Impel tussen 1759 en circa 1770 porselein werd vervaardigd. Dominee De Mol wilde met zijn porseleinfabriek in Loosdrecht de armoede bestrijden en economische voortuitgang bieden. Hoge productiekosten, sterke buitenlandse concurrentie en een te klein afzetgebied, brachten zijn fabriek echter in grote financiële problemen. De Mol overleed in 1782 in grote armoede, waarna de fabriek door een aantal geldschieters werd voortgezet. Ook zij slaagden er niet in de fabriek rendabel te maken, wat in 1784 resulteerde in de definitieve sluiting. De productie werd daarna in Ouder-Amstel (en later Nieuwer-Amstel) voortgezet.

Merk Het Loosdrechts porselein werd gemerkt met de letters M.O.L. of M:O.L. (met uitzondering van de beginperiode, waarin een staande leeuw als merk werd gebruikt). De lettercombinatie staat zowel voor de naam van de oprichter van de porseleinfabriek (dominee De Mol), als voor de afkorting van Manufactuur Oud-Loosdrecht. Het merk werd meestal aangebracht in onderglazuur blauw en de letters M.O.L. werden ook vaak ingegrift in de nog natte klei.

Bijna alle delen van het servies van Kasteel Amerongen zijn gemerkt met M:o.L in onderglazuur blauw. Daarnaast zijn diverse merken ingegrift, waaronder M:o.L. in combinatie met een ster, de letter ‘L’ in combinatie met de cijfers […] en enkele andere letters, waaronder ‘B’. De betekenis van deze bijmerken is onbekend.

‘Wit goud’ Loosdrechts porselein gold al in de productiejaren als uiterst kostbaar. Het ‘witte goud’ was uitsluitend bestemd voor de tafels van gefortuneerde kooplieden en adellijke families. De grootste collecties bevinden zich tegenwoordig in het Rijksmuseum te Amsterdam en Kasteel-Museum Sypesteyn in Loosdrecht.